Bewapening aan boord
‘Gemonteerd’ (bewapend) met 56 ‘kanons’
De bewapening van ‘s-Lands Schip van Oorlog “Delft” bestond uit 56 stukken geschut.
Deze ‘kanons’ waren als volgt verdeeld:
- 24 kanons, die kogels van 24 pond konden verschieten (’24-ponders’)
- 24 kanons, die kogels van 12 pond konden verschieten (’12-ponders’)
- 2 kanons, die kogels van 8 pond konden verschieten (‘8-ponders’, ‘Jagers’ of ‘Jaagstukken’ genoemd)
- 6 kanons, die kogels van 6 pond konden verschieten (‘6-ponders’)
Voor de Zeeslag bij Kamperduin werden er vier extra ‘kanons’ aan boord geplaatst, waardoor het aantal toen 60 stukken geschut bedroeg.
Overige bewapening:
- 120 handgranaten van 4 pond
- 120 handgranaten van 3 pond
- 30 ‘snaphaanen met bayonetten’ (vuursteenmusketten)
- 50 ‘snaphaanen’ (vuursteenmusketten)
- 60 pistolen
- 6 ‘musquetons’ (kleine ‘draaibassen’, die op het ‘potdeksel’ – de verschansing – werden geplaatst)
- 50 sabels
- 45 houwdegens
- 34 enterbijlen
- 24 ‘halve pieken’
- 24 ‘drielings pieken’