De Capiteyns-Chaloupe wordt ‘opgekalefaterd’

Het ‘opnieuw ontdekken’ van 18e eeuwse ambachtelijke technieken
‘Breeuwen’, ‘harpuizen’, ‘lijnoliën’, ‘zeepen’, ‘calfaaten’ …. : het zijn slechts enkele woorden die voor de 18e- en begin 19e-eeuwse scheepsambachtsman alledaagse woorden waren. Het ‘scheepsvolk’ en de ‘scheepsambachtslieden’ van Equipage De Delft houden zich hiermee opnieuw bezig.
Lijnzaadolie
De Capiteyns-Chaloupe wordt zoveel mogelijk nog authentiek onderhouden ofwel ‘opgekalefaterd’. Hierbij wordt gebruik gemaakt van oude technieken en authentieke verven en oliën uit de 18e en 19e eeuw. In plaats van de moderne verven, wordt de Chaloupe ‘geverwd’ met verf op lijnolie-basis. De verf is hierdoor milieuvriendelijker, oogt mooi 18e eeuws, maar is minder krasvast dan moderne verven en het drogen van de verf duurt langer.
Hars van pijnbomen
Voor de blanke delen van de Chaloupe buiten boord wordt het ouderwetse ‘harpuis’ gebruikt, gemaakt van hars van pijnbomen en gemengd met onder andere lijnzaadolie, zorgt deze ‘harpuis’ voor een (nooit volledig ‘droge’) flexibele half glanzend-matte beschermlaag boven de waterlijn. Voor de masten en de ra wordt de tot 200 graden traditioneel ‘gestookte lak’ gebruikt, ook gemaakt van pijnbomenhars, waardoor ook deze lak een bepaalde flexibiliteit behoudt en hierdoor een ontstaan krasje ‘uit zichzelf’ weer dicht.
Eikenhouten planken buigen met water en vuur

Het op authentieke wijze buigen van een eikenhouten huidplank: aan de onderzijde van de plank door vuur en aan de bovenzijde afkoelen met water.
De eikenhouten huidplanken werden in de 18e eeuw meestal nog gebogen met de methode waarbij aan de onderzijde van de plank vuur werd gestookt en de plank aan de bovenzijde met water werd afgekoeld. Door een gewicht aan de plank te hangen kromt de plank langzaam tijdens dit proces. Tijdens het ‘opkalefateren’ werd deze traditionele buigtechniek uitgeprobeerd. De huidplanken van de Capiteyns-Chaloupe zijn tijdens de bouw op een andere manier gebogen: door deze in een ‘stoomkist’ met hete vochtige stoom langzaam buigzaam te krijgen.
Derde mast (‘druilmast’) in de maak …..

De scheepstimmerlieden vervaardigen met een haalmes een nieuwe mast uit grenenhout: de druilmast, die bij de achtersteven van de Capiteyns-Chaloupe zal worden geplaatst.
Om de ‘aan-de-windse’ eigenschappen van de chaloupe te verbeteren zijn er in 2015 proeven genomen met een ‘druylmast’ en ‘druylzeil’. Deze ‘druilmast’ wordt gevoerd áchter het ‘emmerzeil’, bevestigd tegen de ‘spiegel’ (het achterschip) van de chaloupe. Deze proeven – met een roeiriem als ‘mast’ – waren succesvol; vandaar dat in de winterperiode van 2015-2016 een echte mast van grenenhout is vervaardigd door de scheepstimmerlieden van Equipage De Delft. Door de ‘druilmast’ zal de chaloupe een tweede zeil gaan voeren, waardoor de zeilbalans beter wordt, de chaloupe minder zal ‘verlijeren’ (zijdelings afdrijven), ‘sneller zal gaan lopen’ en beter ‘aan-de-windse’ koersen kan zeilen (zeilen met uitsluitend het ‘emmerzeil’ – een razeil – zorgt bij ‘aan-de-windse’ koersen voor een aanzienlijke zijdelingse drift, waardoor ‘laveren’ of ‘opkruisen’ erg moeilijk is). De voorste mast, die bij de boeg wordt gevoerd, is geen zeilsmast, maar wordt – volgens 18e- en 19e-eeuwse Marinetraditie – gebruikt voor het voeren van de rood-wit-blauwe ‘oorlogswimpel’.
Smeedijzerwerk wordt authentiek ontroest

Het smeedijzerwerk: de ‘roerveren’ zijn op authentieke 18e-eeuwse wijze ontroest: door deze in water met groene zeep en wat lijnolie te ‘koken’.
Er zijn meer 18e-eeuwse technieken die worden gebruikt bij het onderhoud van de Capiteyns-Chaloupe: voor het ontroesten van het smeedijzerwerk worden de ijzeren onderdelen gedurende enkele uren gekookt in water met groene zeep en wat lijnolie. Hierdoor heeft de smeedijzeren roerophanging, de ‘roerveren’ met ogen en ‘vingerlingen’ weer de prachtige zwarte ijzerkleur terug gekregen.