MARINIERS UIT HELLEVOETSLUIS VOCHTEN VERBETEN IN HET ‘RAMPJAAR 1672’

‘Rampjaar 1672’: in dat jaar werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aangevallen door Engeland, Frankrijk en de Duitse bisdommen Münster en Keulen.
Na de Zeeslag bij Solebay (7 juni 1672) zijn zo’n 2.000 Mariniers vanaf ‘s-Lands Vloot, vanuit Hellevoetsluis gedetacheerd aan de Oude Hollandse Waterlinie om het landleger te versterken.
Vanuit Hellevoetsluis werd een detachement Mariniers naar Nieuwerbrug verscheept, waar Prins Willem III zijn hoofdkwartier had. Bij Nieuwerbrug waren schanswerken aangelegd en de Hoge Rijndijk was doorgestoken om het land onder water te zetten en een ‘waterlinie’ te creëren.
MARINIERS EN SCHEEPSVOLK
In de buurt van Goejanverwellesluis en Gouda dreigde groot gevaar, doordat er te weinig soldaten waren. Veel soldaten van het landleger ‘verliepen’ (deserteerden). Wederom brachten 500 Mariniers en 300 man ‘scheepsvolk’ (matrozen) uit Hellevoetsluis soelaas, met behulp van schuiten en ‘uytleggers’ (bewapende schepen). Ook de waterlinie bij Gorinchem werd vervolgens versterkt met Mariniers en Matrozen. Zij patrouilleerden met schuiten op de waterlinie, om te voorkomen dat de Fransen deze zouden oversteken.
In oktober ontbrandde de strijd bij Woerden. De kolonel Palm met zijn Mariniers joegen de Fransen terug met schroot (uit de kanons). Daarna zetten de Mariniers de aanval in en veroverden de stelling op de Fransen en bevrijdden door de Fransen gevangengenomen Nederlandse soldaten.
UITBEELDING ‘MARINIERS 1672’
Equipage De Delft beeldt ook de ‘Mariniers 1672’ uit, gekleed in de grijze uniformen met blauwe uitmonstering, bruin lederwerk en breedgerande hoeden. De Mariniers in 1672 waren bewapend met ‘snaphanen’ (vuursteenslotmusketten).