Linieschip “Delft” zinkt in zwaar weer met de laatste mannen der equipage

‘s-Lands Schip van Oorlog “Delft” verkeert in een hachelijke situatie. Door de Zeeslag bij Kamperduin op 11 oktober 1797 is de “Delft” zwaar beschadigd geraakt en door de storm op de Noordzee heeft zij inmiddels al haar masten verloren.
De pompen begeven het
Kapitein-Luitenant ter Zee Heiberg
Als de Britse ‘prijsofficier’ Luitenant Bullen aan de hoogste Nederlandse zee-officier, Kapitein-Luitenant ter Zee I.F. Heiberg, aangeeft dat zij samen nu met de laatste sloep moeten vertrekken, weigert Heiberg dit te doen.

Medaillon met het portret van Kapitein-Luitenant ter Zee I.F. Heiberg, Eerste Officier van ‘s-Lands Schip van Oorlog “Delft”, verdronken na de Zeeslag bij Kamperduin op 15 oktober 1797.
De laatste 35 bemanningsleden van de “Delft” kunnen niet mee – daar is geen plaats meer voor in de sloep – en de Eerste Officier Heiberg besluit bij zijn mannen te blijven met de woorden “En ik zou deze ongelukkigen verlaten ….. ?”
Groot aantal doden
Het aantal doden dat is gevallen aan boord van ‘s-Lands Schip van Oorlog “Delft” is groot. Tijdens de zeeslag vier dagen geleden bedroeg het aantal zwaargewonden en doden al 110 mannen en jongens. In de tussenliggende dagen zijn er gewonden bezweken aan hun verwondingen en uiteindelijk verdrinken de laatste 36 mannen in de onstuimige nachtelijke Noordzee.