‘Kapers’ en ‘Kaapvaart’

‘Commissievaart’
‘Kaapvaart’ (officieel ‘Commissievaart’ geheten) was géén zeeroverij. Met goedkeuring van de staat was het toegestaan om schepen van landen waarmee men in oorlog was ‘prijs te nemen’ (te kapen) of te ‘rantsoeneren’ (losgeld te vragen).
“Kaperbrief”
‘Bataafsche Marinevlag’
Tijdens de periode van de ‘Bataafsche Republiek’ waren de Kaperschepen gerechtigd om de ‘Bataafsche Marinevlag’ (de rood-wit-blauwe vlag met in de hoek langs de broeking van de rode baan de Bataafsche leeuw en maagd met de vrijheidshoed op de piek, in een wit vlak) te voeren. De ‘Bataafsche Oorlogswimpel’ en de ‘Bataafsche Geus’ mochten de kapers echter niet voeren; deze waren voorbehouden aan de schepen van ‘s-Lands Marine.